Het Weens SaLon Orkest

"...we moesten ophouden omdat het personeel naar huis moest..."

Een van de weinige zonnige dagen in de zomer van 2012 ten huize van Nardie Blanket met uitzicht op haar tuin als een stille, groene oase. Als oud-KCO-paukenist Gerard Schoonenberg en zij mij beginnen te vertellen over het Weens Salon Orkest, herleeft een periode die een bijzonder beeld geeft van het Concertgebouworkest.

Ensembles Weens Salon Orkest

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vlnr: Petra van de Vlasakker (viool), Hans Alting (trompet), Jeroen Quint (altviool), Douwe Zuidema (pauken/slagwerk), Herre Halbertsma (viool), Cecilia Oomes (fluit), Eric van der Wel (altviool), Frans Blanket (piano), Gerard Schoonenberg (dirigent), Jan Wolfs (contrabas), Marcel Hesselink (trombone), Kirsti Goedhart (viool), Jacques Meertens (klarinet), Hans Vader (cello), Wim van Keulen (viool), Jurraj Illés (viool).

Drie gangmakers: vader en zoon Blanket en Juraj Illés

De liefde voor de ‘lichte muziek’, vooral die van de familie Strauss, is het Concertgebouworkest nooit vreemd geweest, maar tot een goed vaudeville-orkest is het pas in de jaren negentig gekomen. Nardie Blanket, schoondochter van Albert Blanket Sr. en echtgenote van Frans Blanket, die in 2002 vroegtijdig overleed, belicht de voorgeschiedenis. Albert Blanket ofwel de ‘oude Blanket’, zo genoemd ter onderscheiding van de ‘jonge Blanket’, zijn zoon Frans, speelde graag piano tijdens feesten en partijen van het Concertgebouworkest in kleine kring.

De ‘oude Blanket’, gepensioneerd in 1973 en overleden in 1989, kwam in 1937 als tweede violist in het Concertgebouworkest. Na de oorlog verzamelde hij een paar collega-violisten om zich heen, Lou Pens, Dolf Betthelheim en Wim Schrier en vormde met hen een klein salonorkest, waarin hij zelf piano speelde. Bij voorkomende gelegenheden zorgde dat voor dansmuziek. Andere collega’s begaven zich soms ook op het terrein van de lichte muziek zoals cellist Joop Klemann, die in zijn vrije tijd saxofoon speelde, en klarinettist Klaas de Rook, die ook pianist was. De ‘jonge Blanket’, tweede violist van 1968 tot zijn overlijden in 2002, kreeg de sfeer van de salonmuziek met de paplepel ingegoten en leerde behalve viool ook piano spelen. Een van zijn vriendjes van de lagere school was Gerard Schoonenberg, met wie hij in het schoolorkestje optrad dat geleid werd door de ‘oude Blanket’. Nog tijdens zijn conservatoriumopleiding begon Gerard zijn muzikale loopbaan in het orkest van Theater Tuschinski; ook hij raakte al jong besmet met het virus van de theater- en de dansmuziek. Na een aantal jaren bij het Amsterdams Philharmonisch Orkest was hij van 1970 tot 2003 slagwerker en vervolgens paukenist bij het Concertgebouworkest.

Een belangrijke ‘Dritter im Bunde’ was Juraj Illés. Hij stamt uit een Hongaarse familie van violisten en ‘Stehgeiger’. Hij kwam in 1973 bij het Concertgebouworkest als tweede violist en maakte van 1979 tot zijn pensionering in 2001 deel uit van de eerste vioolgroep. De ‘oude Blanket’ heeft hij nauwelijks meer meegemaakt, maar de ‘jonge Blanket’ en hij vonden elkaar al snel: ‘broeders in de kunst’ noemt Nardie hen. Zij vormden een duo dat geregeld feestelijke bijeenkomsten van het Concertgebouworkest opluisterde. Sjoerd van den Berg, adjunct-directeur PR, deed graag een beroep op hun medewerking voor een gezellige sfeer tijdens informele avondjes. In het Weens Salon Orkest vervulde Juraj de concertmeestersrol.

Theo Olof: ‘Het Weens Salon Orkest van harte aanbevolen’

 ‘Frans had,’ zo vertelt Nardie, ‘na een jaar of negen het Concertgebouw Kamerorkest te hebben gemanaged, de kriebels om een salonorkest op te richten. Hij had natuurlijk ook bepaalde contacten, die hij goed kon gebruiken, en mensen die hij kon vragen om mee te spelen.’‘Zo is het eigenlijk begonnen,’ herinnert Gerard zich, ‘we vlogen naar Japan of Amerika toen Frans even bij me kwam zitten en vertelde dat hij daarmee bezig was. Hij vroeg me om het te gaan dirigeren, want omdat hij mij al zo lang kende, wist hij dat het altijd al mijn interesse had. Hij bleek al een heleboel collega’s benaderd te hebben, en die vonden het allemaal leuk. Dus toen we geland waren, zijn we ergens gaan eten met zijn tweeën en hebben alles doorgesproken en op de rails gezet. Hij heeft het verder uitgewerkt wat betreft musici en repertoire om het mogelijk te maken met de repetities te beginnen.’Nardie: ‘De vader van Noortje Olof was een goede violist en bezat heel veel muziek voor deze bezetting. Van hem hebben wij een heleboel gekregen. Verder kochten we zelf de muziek en lieten we arrangementen maken. De folder is gemaakt bij Multicopy, Niels Le Large zorgde voor de tekst, en Theo Olof en Sjoerd van den Berg schreven een aanbeveling. “Het Weens Salon Orkest is een voortreffelijk ensemble,” leest Gerard voor, “hetwelk zijn meeslepende melodieën met een aanstekelijk enthousiasme ten gehore brengt. Van harte aanbevolen, Theo Olof.”

Een uitverkochte Grote Kerk in Naarden

Het eerste echte concert was in de Grote Kerk in Naarden, gesubsidieerd door de Gooise Cultuurkring, met aanvullende sponsoring door de ING. Kaartjes kostten 55 gulden en met kortingsbon 50 gulden. ‘Het was helemaal uitverkocht,’ vertelt Gerard. ‘Als je dan met een orkest van 15 man in de Grote Kerk staat, denk je wel even “mijn hemel, wat gebeurt hier”. Sjoerd praatte als een spreekstalmeester het concert aan elkaar. Je kunt natuurlijk niet alleen walsjes spelen, want het was een avondvullend concert, dus er waren nog twee zangsolisten, een tenor en een sopraan. We deden alles wat we konden en het was een groot succes, maar zo’n avondvullend concert was eigenlijk niet de bedoeling, Frans had het opgezet voor grote parties.’ Aan illustratiemateriaal voor de KCOurant geen gebrek: ‘Hier is het programma van de Grote Kerk in Naarden,’ vervolgt Gerard: ‘Die Alexej Gregorev - als ik dat zo gauw even lees - heeft een indrukwekkend repertoire en hij heeft met Riccardo Chailly, Hartmut Haenchen, Pierre Boulez en Sir Simon Rattle - dat zijn niet de kleinsten - opgetreden [en Gerard Schoonenberg, kan hij er nu aan toevoegen – red.]. Ik zou zeggen, neem die maar mee.’

Goede herinneringen aan de Pleinfoyer

Het optreden in de Pleinfoyer tijdens Sjoerds vijftigste verjaardag was de try-out geweest. ‘Dat was een grote verrassing. We hebben nog eens een keer in die foyer gespeeld; de mensen wilden niet weg, we want more, we want more… maar we moesten ophouden omdat het personeel naar huis moest.’Meermalen speelde het Weens Salon Orkest voor de Gouden Schenkers van het KCO. Gerard laat een foto zien: ‘Hier een foto met notaris Jan Posch in de Kleine Zaal, en iemand uit het publiek die schellen speelt in de Petersburger Schlittenfahrt. Als je de mensen ontvangt, zoals toen bij de Gouden Schenkers, met een glas wijn en een eerste traktatie, en ze horen een wals als ze binnenkomen, dan heb je meteen die sfeer te pakken. Dan zat de stemming erin. Daar was het orkest voor opgezet, dat ging heel leuk.’ Nardie vult aan: ‘Kijk, hier Wiener Klatsch under dem Motto Frohsinns Spenden. Dat was het programma van de Gouden Schenkers van 11 januari 1998.’Het Weens Salon Orkest trad ook op voor het Nationaal Muziekinstrumentenfonds in het Barbizon Hotel, in het kantoor van de ABN AMRO aan de Foppingadreef in Amsterdam Zuidoost; bij het huwelijksjubileum van Annemieke de Roever in het Sonesta Hotel, in het Okura Hotel bij het afscheid van de president-directeur van Canon, in een groot huis ergens op de Veluwe. ‘We hebben niet te klagen gehad,’ zegt Gerard.

 

Al met al heeft het ensemble zo’n keer of twintig opgetreden. Na het overlijden van Frans Blanket in 2002 is het ingestort. Hij was het die de relaties met impresariaten en zangers had.

Truus de Leur    Kcourant oktober 2012

 

De bezetting van het Weens Salon Orkest was: 4 eerste violen, 2 tweede violen, 1 altviool, 1 cello, 1 contrabas1 fluit, 1 klarinet, 1 trompet, 1 trombone, 1 slagwerk, 1 piano. Musici die op regelmatige basis meewerkten, waren: Juraj Illés, Petra van de Vlasakker, Herre Halbertsma, Kirsti Goedhart, Noortje Olof, Erica Illés, Wim van Keulen, Thijs Kramer, Laura Frenkel (viool), Eric van der Wel, Roland Krämer, Jeroen Quint (altviool), Hans Vader (cello), Jan Wolfs, Mariëtta Feltkamp (contrabas), Cecilia Oomes (fluit), Jacques Meertens (klarinet), Hans Alting (trompet), Raymond Munnecom, Marcel Hesselink (trombone), Douwe Zuidema (slagwerk), Frans Blanket (piano)